De verenigingen voor muziekuitgevers (NMUV en VMN) en muziekauteurs (waaronder VCTN en Nieuw GeNeCo) hebben 15 juni jl. een brancheovereenkomst gesloten over publishing-overeenkomsten. In de bijbehorende Code of Conduct is daarnaast vastgelegd wat de belangenverenigingen hun leden (muziekauteurs en -uitgevers) adviseren om daarover af te spreken in publishing-overeenkomsten.
In de brancheovereenkomst (en in de bijhorende Code of Conduct) is onder meer afgesproken dat auteurs tenminste tweederde moeten ontvangen van in Nederland via een collectieve beheerorganisatie (zoals Buma/Stemra) ontvangen vergoedingen voor audio- of audiovisuele gebruik. “Kickback”-afspraken op grond waarvan auteurs minder dan tweederde ontvangen van de in Nederland (via een CBO als Buma/Stemra) geïncasseerde vergoedingen voor audio- en audiovisueel gebruik zijn niet toegestaan.
Uitgavecontracten die in de toekomst worden aangegaan zullen verder een opsomming moeten bevatten van de exploitatierechten die de uitgever verkrijgt, zodat de auteur weet welke rechten hij aan de uitgever verleent.
Daarnaast is afgesproken dat als een uitgever een aandeel wenst te hebben in geïncasseerde leenrecht- en thuiskopievergoedingen, dat expliciet moet worden opgenomen in de publishing-overeenkomst. Voor overeenkomsten die tot stand gekomen zijn voor de publicatie van de Code of Conduct geldt dat de uitgever alleen aanspraak op die opbrengsten kan maken als dat is overeengekomen.
Verder zijn er onder meer afspraken gemaakt over het mogen aanwijzen van (tekst- of muziek)bewerkers door publishers (die heeft daarvoor steeds expliciet schriftelijk toestemming van de auteur(s)), en dat muziekauteurs duidelijk moeten kunnen weten hoe de sub-uitgave van hun muziek in het buitenland plaatsvindt. Zie hier het persbericht en de Code of Conduct.
Photo by Umberto Cofini on Unsplash